Beleid en organisatiestructuur van Landgoed Nijenhuis & Westerflier

Het beheer van een landgoed vraagt enerzijds veel respect voor het verleden en anderzijds een duidelijke lange termijn visie over de ontwikkelingen in de toekomst. De aandeelhouders van het landgoed hebben een door de directeur-rentmeester voorbereid beleidsplan vastgesteld waarin dit soort zaken zijn vastgelegd. Ook is gekozen voor een heldere organisatiestructuur zodat bijvoorbeeld iedereen weet waarvoor hij of zij verantwoordelijk is.

Missie en doel

In het beleidsplan van het landgoed staat de volgende hoofddoelstelling:

Het als zodanig instandhouden en doorgeven aan de volgende generatie van de familie van de als historische eenheid gegroeide familielandgoederen Nijenhuis en Westerflier, met hun landerijen, historische bebouwing, parkaanleg en bossen met bijzondere zorg voor het onderhoud, het behoud en de ontwikkeling van het aan de landgoederen eigen natuur- en landschapsschoon, alsmede de verzorging, het behoud en het herstel van de naar hun aard op de landgoederen thuishorende flora en fauna.

Ondanks dat dit een vrij lange, formele zin is waarin geprobeerd is alle aspecten van het landgoed mee te nemen, bevat de doelstelling wel degelijk de kern van waar het bij veel particuliere familie landgoederen om draait. Namelijk de verantwoordelijkheid die de eigenaren voelen om het landgoed met al zijn waarden duurzaam in stand te houden en door te geven aan de volgende generatie.

Van doel naar praktijk

Bij het vertalen van de doelstelling naar de dagelijkse praktijk spelen een aantal zaken een belangrijke rol.

Instandhouden versus ontwikkelen.

Een landgoed als Nijenhuis en Westerflier is ondanks de grote cultuurhistorische waarden geen openluchtmuseum. Ook in het verleden werd ingespeeld op ontwikkelingen van buiten af. Zo is bijvoorbeeld op het Westerflier veel bos pas ontwikkeld toen het landbouwsysteem wijzigde en de heideterreinen niet langer nodig waren voor schapen en plaggen. Een recenter voorbeeld is het vinden van nieuwe functies en bestemmingen voor leeg komende boerderijen. Erve Nijland op het Westerflier is hiervan een goed voorbeeld. Landgoederen moeten dus wel degelijk mee gaan met de tijd, maar niet met de waan van de dag. Er is wel ruimte voor nieuwe ontwikkelingen, maar er wordt hierbij nadrukkelijk rekening gehouden met de door vorige generaties uitgezette beleidslijn.

Economisch duurzaam.

De kunst bij het beheer van landgoederen is het zorgen voor een evenwicht tussen enerzijds onderdelen die geld opleveren en anderzijds onderdelen die geld kosten. Om onderhoud en eventuele investeringen te kunnen betalen moet er minimaal sprake zijn van een sluitende begroting. Op landgoed Nijenhuis en Westerflier zijn het personeel en het onderhoud van gebouwen en het landschap de grootste kostenposten. De inkomsten komen vooral uit het verpachten van boerderijen met landerijen, het verhuren en in erfpacht uitgeven van woningen en de houtverkoop.

Bij het beheer van een landgoed als bedrijf wordt in tegenstelling tot het harde bedrijfsleven niet zozeer gestreefd naar winstmaximalisatie. Vanuit de doelstelling van het landgoed zullen er immers altijd onderdelen zijn die geld zullen blijven kosten, terwijl ze geen direct rendement opleveren. Voorbeelden zijn onderhoud van natuurgebieden, onderhoud van monumentale gebouwen als een ijskelder e.d.. Zolang dit soort bewuste kostenposten gedekt worden uit inkomsten elders op het landgoed kan het landgoed op termijn behouden blijven.

Betrokkenheid aandeelhouders.

Bij landgoederen gaat het meer om een emotioneel eigendom dan een economisch eigendom. Het rendement is immers uiterst beperkt. Dit vereist dat de betrokkenheid van de eigenaren van het landgoed groot is. In het geval van Nijenhuis en Westerflier is de betrokkenheid zeer groot. Twee van de vier eigenaren wonen permanent op het landgoed, één heeft er een recreatieverblijf en ook de vierde eigenaar is zeer regelmatig op het landgoed aanwezig. De eigenaren vergaderen regelmatig met de directeur-rentmeester over zaken als de financiën, gebouwenonderhoud, pachtzaken e.d. en de volgende generatie wordt in toenemende mate geïnformeerd over het reilen en zeilen op het landgoed.

De relatie met derden.

Landgoed Nijenhuis en Westerflier is geen eiland in de omgeving. Naast de circa 100 mensen die op het landgoed wonen, lopen er diverse fiets- en wandelroutes over het landgoed en gebruiken veel mensen uit Diepenheim en omgeving het landgoed als recreatiegebied. Ook heeft het landgoed te maken met gebruikers als pachters, jagers, een horecaonderneming (Viersprong) e.d.. Kortom, het landgoed vervult ook op dit vlak een belangrijke maatschappelijke functie, die het rekening houden met en respecteren van de belangen van velen vereist.

Keuzes maken en compromissen sluiten.

Op Landgoed Nijenhuis en Westerflier komen functies en waarden als natuur, landbouw, wonen, cultuurhistorie e.d. naast en in samenhang met elkaar voor. Niet altijd passen deze functies even goed bij elkaar. Zo kan het voor bijvoorbeeld zowel de boer als de natuurwaarden nadelig zijn als een natuurterrein direct grenst aan een landbouwperceel. Beide functies stellen immers andere eisen m.b.t. zaken als waterhuishouding, voedingsstoffen e.d.. Toch wordt op landgoed Nijenhuis en Westerflier gestreefd naar een evenwichtige verhouding tussen de verschillende belangen. In de praktijk betekent dit dat er soms de bereidheid moet zijn om compromissen te sluiten, maar dat er soms ook duidelijke keuzes gemaakt moeten worden.

De organisatiestructuur

Om alles op het landgoed in goede banen te leiden dienen duidelijk afspraken gemaakt te worden over wie wat doet, wie waarvoor verantwoordelijk is, wie initiatieven neemt e.d.. Hiervoor is op landgoed Nijenhuis en Westerflier een overzichtelijke organisatiestructuur afgesproken.

De landgoederen Nijenhuis en Westerflier zijn particulier bezit. Ze zijn samen ondergebracht in een BV. Er zijn vier aandeelhouders, allen nazaten van de familie Schimmelpenninck die eerst het Nijenhuis en later het Westerflier kocht. Het betreft een zogenaamde Natuurschoonwet BV. Kort gezegd houdt dit in dat er afspraken met de overheid zijn gemaakt die aan de ene kant  betekenen dat het landgoed in stand gehouden wordt, dat het op wegen en paden opengesteld is voor publiek e.d. en dat het landgoed aan de andere kant fiscale voordelen heeft. Dit laatste speelt vooral bij vererving.

Voor de coördinatie van het dagelijkse beheer is een externe directeur-rentmeester in dienst bij het landgoed. Hij wordt bijgestaan door vier medewerkers. Ook worden veel werkzaamheden uitbesteed aan loonwerkers, aannemers e.d.. Tenslotte zijn diverse vrijwilligers betrokken bij het beheer. Een goed voorbeeld hiervan is het IVN Diepenheim. Het IVN zorgt voor het beheer van een prachtig stukje natuur op het Nijenhuis, het zogenaamde IVeNnetje.